-
1 haar
haar11 [haarvezel] hair2 [meervoud] [haardos] hair♦voorbeelden:zich de haren uit het hoofd trekken • tear one's hair, kick oneselfiets met de haren erbij slepen/trekken • drag something in (by the head and shoulders)geen haar op m'n hoofd die eraan denkt • I would not dream of itiemand geen haar krenken • not touch a hair of someone's headberouw/spijt hebben als haren op z'n hoofd • feel as sorry as could beelkaar in de haren vliegen • fly at each other, be at each other's throatsiemand tegen de haren instrijken • rub someone up the wrong wayiemand de haren te berge doen rijzen • make someone's hair stand on endm'n haren rezen te berge (van schrik) • my hair stood on end (with fear)het scheelde maar een haar of ik had haar geraakt • I just missed hitting herop een haar na • very nearlygeen haar beter zijn • not be a whit/one bit better1 [al de lichaamsharen] hair2 [het hoofdhaar] hair♦voorbeelden:z'n haar kammen/borstelen • comb/brush one's hairz'n haar laten knippen • have a haircutz'n haar verven • dye one's hairgoed in z'n haar zitten • have a thick head of hair————————haar2♦voorbeelden:hij gaf het haar • he gave it to herdie van haar is wit • hers is whiteII 〈bezittelijk voornaamwoord; vrouwelijk enkelvoud〉♦voorbeelden:zij doet het hare • she does her share -
2 sich das Haar tönen lassen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > sich das Haar tönen lassen
-
3 tönen
tönen♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 tönende Phrasen • mooi, hol klinkende frasenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 kleuren
1 [kleur aannemen] colour2 [blozen] blush3 [passen bij] match♦voorbeelden:2 hij kleurde tot achter zijn oren • he blushed to the roots of his hair, he blushed deeply3 dat kleurt er niet bij/niet bij je rok • that doesn't match/match your skirtII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [kleur geven aan] (give) colour2 [overdrijven] overstate♦voorbeelden:3 een lichte blos kleurde haar wangen • a light blush/flush gave colour to her cheeks -
5 kleuren
1 [kleur aannemen; blozen] rougir♦voorbeelden:hij kleurde tot achter zijn oren • il rougit jusqu'à la racine des cheveuxII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [kleur geven aan; overdrijven] colorer2 [laten blozen] faire rougir♦voorbeelden:♦voorbeelden:zij kleurt graag • elle aime beaucoup faire du coloriage
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский